Nord-Holland 1662

Joan Blaeu

Derzeit nicht über Gallerease verfügbar

• Über Kunstwerk
  POLDERS IN DE KOP VAN NOORD-HOLLAND ” Kaerte van alle de Sanden, Gorsingen, Slicken, Waerden ende Kreecken, gelegen tusschen Huysduynen, Wieringen, Wieringerwaerdt, Zyp ende Kalands-Ooge, genaemt het Koe-Gras, Inde welck d’Erfgenamen van Isaack le Maire als eygenaers vande gronden gelegen onder ’t resort van Huysduynen, van meninge zijn (volgens haer Octroy) uyt te geven, ende bedijcken de Polder van Le Maire hier afgebeelt.” Kopergravure uitgegeven door Joan Blaeu te Amsterdam ca. 1662 als deel van diens Atlas Maior. Later met de hand gekleurd. Afm. ca. 47 x 56,5 cm. Na de aanleg van de West-Friese Ringdijk in 1250 volgde de drooglegging van grondgebied de Zijpe. Eerst in 1553 en na dijkdoorbraak met overstroming opnieuw drooggemaakt in 1597. Aansluitend werd in 1610 de polder Wieringerwaard ingedijkt. Na drooglegging van Wieringerwaard werd de bescherming van de meest westelijke gronden van Het Koegras in gang gezet. In 1610 werd van Groote Keeten tot aan Huisduinen de Oldenbarnevelt dijk (rechts op de kaart aangeduid als Sandt-Dyck van ’t Koegras) gelegd . Deze dijk diende tevens als extra bescherming van de Zijpe en de polder Wieringerwaard, waarvan de noordelijke bedijking bij zware westerstorm werd belaagd door het onstuimige water van de Noordzee. De landeigenaren van de Zijpe en Wieringerwaard, onder ander Amsterdamse kooplieden, maar ook Johan van Oldenbarnevelt, hadden belang bij de bescherming van de vruchtbare gronden van de nieuwe polders. Daaraan voorafgaand had de Amsterdamse koopman Isaac le Maire in 1600 al wel een begin gemaakt met het bedijken van de gronden van Het Koegras. In het uiterste noorden van Het Koegras had hij een dijk laten aanbrengen, ten zuiden van Huisduinen vanaf de ‘t Hoogduin naar de kwelder de Torp, maar daardoor was nog maar een klein deel van het uitgestrekte Gronden van Het Koegras ingedijkt. Door de erven van Le Maire en de Staten van Noord-Holland zijn in 1641 de Nieuwe Zanddijken gelegd van ‘t Hoogduin van Huisduinen naar de Garst en van de Garst naar Quelderduin. Wieringen (op de kaart links) was het eiland waar de schepen uit de Oost langs voeren, op weg naar de havens van Amsterdam, Enkhuizen en Hoorn. Ter voorkoming van verspreiding van ziekten aan de wal, werden zieke zeelui in quarantaine gezet aan de westkant van Wieringen. Eventuele verpleging kon op het afgelegen eiland plaatsvinden, zonder vrees voor verdere verspreiding. Het overladen van goederen van schepen van de grote vaart in kleinere, minder diep stekende schepen, vormde een belangrijke bron van inkomsten voor de Wieringer bevolking. Het Marsdiep (rechtsonder op de kaart) tussen Den Helder en Texel, was belangrijk voor de Amsterdamse scheepvaart. Met loodsen uit o.a. Huisduinen werden schippers tussen de ondiepten door geleid, naar Texel en van daar verder naar de Noordzee en wereldzeeën op. Sinds 2012 ligt een groot aantal van de plaatsen van de Kop van Noord-Holland in de fusiegemeente Hollands Kroon. Prijs: Euro 950,-
• Über Künstler

  Joan Blaeu (1596-1673), wurde am 23. September 1596 in Alkmaar geboren.

  Er war ein niederländischer Kartograph, der in Alkmaar geboren wurde. Er trat in die Fußstapfen seines Vaters, des Kartografen Willem Blaeu.

  1620 wurde er promovierter Jurist, trat aber in das Werk seines Vaters ein. 1635 veröffentlichten sie den Atlas Novus (vollständiger Titel: Theatrum orbis terrarum, sive, Atlas novus) in zwei Bänden. Joan und sein Bruder Cornelius übernahmen das Atelier nach dem Tod ihres Vaters im Jahr 1638. Joan wurde der offizielle Kartograf der Niederländischen Ostindien-Kompanie.

  Blaeus Weltkarte Nova et Accuratissima Terrarum Orbis Tabula, die die Entdeckungen von Abel Tasman enthält, wurde 1648 veröffentlicht. Diese Karte war insofern revolutionär, als sie „das Sonnensystem gemäß den heliozentrischen Theorien von Nicolaus Copernicus darstellt, die zeigen, dass sich die Erde um sie dreht die Sonne .... Obwohl Kopernikus' bahnbrechendes Buch "Über die Revolutionen der Sphären" erstmals 1543 gedruckt wurde, war Blaeu etwas mehr als ein Jahrhundert zuvor der erste Kartograph, der diese revolutionäre heliozentrische Theorie in eine Weltkarte einfließen ließ."

  Blaeus Karte wurde für die Weltkarte kopiert, die 1655 in das Pflaster des Groote Burger-Zaal des neuen Amsterdamer Rathauses eingelassen wurde, das vom niederländischen Architekten Jacob van Campen (heute Amsterdamer Königspalast) entworfen wurde.

  Blaeus Hollandia Nova wurde auch in seinem 1659 erschienenen Archipelagus Orientalis sive Asiaticus im Kurfürsten-Atlas (Atlas des Großen Kurfürsten) abgebildet. und von Melchisédech Thévenot zur Erstellung seiner Karte Hollandia Nova – Terre Australe (1664) verwendet.

  Als „Jean Blaeu“ veröffentlichte er auch den 12-bändigen „Le Grand Atlas, ou Cosmographie blaviane, en laquelle est Exactement descritte la terre, la mer, et le ciel“. Eine Ausgabe ist auf 1663 datiert. Das war Folio (540 x 340 mm) und enthielt 593 gestochene Karten und Tafeln. Im März 2015 wurde eine Kopie für 750.000 £ verkauft.

  Um 1649 veröffentlichte Joan Blaeu eine Sammlung niederländischer Stadtpläne mit dem Titel Toonneel der Steeden (Ansichten von Städten). 1651 wurde er in den Amsterdamer Rat gewählt. 1654 veröffentlichte Joan den ersten schottischen Atlas, der von Timothy Pont entworfen wurde. 1662 gab er den Atlas Novus, auch bekannt als Atlas Maior, in 11 Bänden und einem für Ozeane neu heraus.

  Als nächstes Projekt war eine Kosmologie geplant, doch 1672 zerstörte ein Brand das Atelier vollständig.

  Joan Blaeu starb im folgenden Jahr, 1673, in Amsterdam. Er wurde in der Westerkerk in Amsterdam begraben.